Betondorp

Het Betondorp moest een rood dorp (socialistisch) worden en het werd een rood dorp. De directeur van de gemeentelijke woningdienst was een socialist in hart en nieren en was verantwoordelijk voor de bouw.

Strakke witte en grijze arbeiderswoningen waar je nog echt een dorps sfeertje kunt proeven.
‍

Bakstenen waren in de jaren twintig duur en daardoor werd er flink geëxperimenteerd met allerlei vormen van betonbouw. Vandaar de naam Betondorp. Overigens valt het achteraf wel mee, de helft van de woningen is niet van beton maar van baksteen.
‍

Op het centrale plein waren een bibliotheek, verenigingsgebouw en een echte kroeg gevestigd. Het grappige is dat er geen plaats was voor een kerk en dat de kroeg het niet lang heeft uitgehouden. De socialisten kwamen liever bijeen in het verenigingsgebouw waar ze hun stem konden verheffen en de kroeg werd uiteindelijk gesloten
door gebrek aan klandizie.
‍

De straten hebben toepasselijke namen zoals de Graanstraat en de Veeteeltstraat en natuurlijk de Akkerstraat nummer 32 waar Johan Cruijff opgroeide en waar hij dagelijks op straat aan het voetballen was.
‍

Ook schrijver Gerard Reve, bekend van o.a. De avonden, heeft het grootste deel van zijn jeugd hier doorgebracht. Hij woonde als kind in drie verschillende bakstenen huizen. Hij had een uitgesproken mening over het dorp en vatte het in één zin samen: ‘Laat elke hoop varen, gij die hier opgroeit.’

‍